De techniek maakt het nu mogelijk om obsceen gedrag vast te leggen en eindeloos te herhalen. Naaktheid wordt losgekoppeld van intimiteit en gekoppeld aan de geldduivel of de Mammon. Inspelend op de begeerte wordt ontucht nu op een nieuwe manier gecommercialiseerd. Wie in de business zit en een graantje mee wil pikken, moet die schaamte dus negeren. Hij moet toch ook zijn brood verdienen! Hij plaatst geld bovenaan de waardeschaal en neemt een opportunistische houding aan. Van hem moet je geen rechtlijnigheid verwachten. Hij kiest voor het slijk der aarde.
Bovendien verlaagt techniek de drempel. En dat geldt zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde. Wanneer er geen persoonlijke confrontatie is, is er minder schaamte. Wie in zijn appartementje zit – rolluiken omlaag – en zich blootgeeft voor de webcam, en wie aan de andere kant de beelden bekijkt, hebben geen echt contact met elkaar. Die anonimiteit leidt tot vrijpostigheid. Wie zich blootgeeft doet dat misschien voor de ganse wereld, maar heeft in de beslotenheid van de eigen woonst de indruk alleen te zijn.
Wat diepmenselijk is en uitermate schoon kon zijn, wordt uit zijn natuurlijke context gehaald en aangeboden als consumptieseks. Dat is parels voor de zwijnen werpen. Maar misschien wordt de schade pas jaren later ook erkend, want eerst is er de opwinding en de zoete smaak van de overtreding. Intussen hoopt de vervuiling van gevoelens en gedachten zich verder op. Relaties worden verziekt en de mens blijft verweesd achter zonder echte vrienden.
Mensen gaan op zoek naar excuses voor hun ongepast gedrag. Dat anderen het ook doen, verlicht de schuld. Ook het feit dat beelden artistiek verantwoord zijn, kan helpen als excuus. Maar kunst vereist een andere context. De nadruk ligt dan op het behoedzaam beschouwen van de schoonheid – niet op het gulzig consumeren. Kunst benadert de werkelijkheid op een andere manier. Die andere approach schept afstand en daardoor kan de grens inderdaad een beetje worden opgeschoven. Een naaktsculptuur in het stadspark is niet vergelijkbaar met een striptease in een bar, onder meer door het statische karakter van het beeld. Maar ook door zijn context heeft het evenmin de uitwerking van een statische pornofoto.
In het gewone sociale verkeer is uitkleden zelden aan de orde. Je doet dat om functionele redenen bij de dokter of in de sportclub… Of je doet het in mindere of meerdere mate op het strand… en daarbij negeren sommigen de schaamte.
Meestal wordt schoonheid op een subtielere manier gebruikt. Zoiets noemen we dan charme. De mooie ogen, de gracieuze bewegingen van het lichaam, de zachte stem en de vriendelijke woorden… geven een zachte kleur aan de omgang met elkaar. Een charmante vrouw buigt droge zakelijkheid of zelfs nukkige weerstand om naar een welwillige medewerking. Charme kan relaties oliën en het sociale leven vlot doen verlopen. De bevalligheid verleent het verzoek meer slagkracht: de weerstand smelt weg en zonder fysieke of morele dwang wordt de andere ertoe overhaald te passen. Zo krijg je een galante vriendelijke cultuur. Een samenleving wordt verrijkt door die combinatie van vrouwelijke en mannelijke input, wanneer dit gebeurt met zuivere intenties en binnen bepaalde perken, en dus niet in een poging om gerechtvaardigde grenzen te overschrijden.
Er is dus schoonheid die behoort tot het publieke domein, waarvan elkeen mag genieten. Dat geldt voor de natuur en de stadsparken, het cultureel erfgoed, de kunst in al zijn vormen... Ten dele geldt dat ook voor menselijke schoonheid. Je kan vertederd worden door de kleine meid op haar kinderfiets, meegenieten van de kwebbelende tienermeisjes die elkaar op straat ontmoeten, participeren in de vreugde van een stralend persoon of van een verliefd koppel. Je kan ontroerd worden door een sensuele stem of door de gratie op de dansvloer… van dat alles mag je genieten, en het blijft zuiver voor zover je niet door je fantasie een andere plaats inneemt dan die van hoffelijk toeschouwer.
Er is heel wat schoonheid die in onze westerse cultuur beleefd mag worden op het niveau van de sociale relaties. Maar zelfs dat is niet evident. Want andere culturen accepteren geen contact tussen beide seksen en zorgen dus voor een strakke scheiding. Charme wordt dan geweerd uit het publieke forum. De sluier wordt pas afgelegd nadat de voordeur is gesloten. Goede zeden is dan het argument, en het toont hoe verschillend culturen daarmee omgaan. De scheidslijn tussen privé- en openbaar domein – wie, wat, waar mag – is soms erg verschillend. Soms loopt de scheiding ook binnenshuis: de man heer en meester in de living en op straat, de vrouw opgesloten in de keuken in een te eng rolpatroon. Neutraal is dat allemaal niet. Wordt alle charme afgewezen als strijdig met de goede zeden, dan wordt een cultuur zwaarmoedig. In een puriteinse cultuur is genieten uit den boze en rest er niet veel ruimte voor persoonlijke ontplooiing. Die overdrijving wreekt zich uiteraard in latere generaties.