Een archeoloog graaft in de diepte en in de breedte. Bijbellezen doe je op dezelfde wijze, maar met als doel dat de kennis ook landt in het eigen leven en dus niet beperkt blijft tot een
geschiedenisles. Wat God in het verleden deed, krijgt dan een vervolgverhaal.
Het lijkt op een ontdekkingstocht met een gids. De reiziger komt niet alleen veel te weten komt over de streek, maar leert ook zijn eigen sterktes en zwaktes kennen. Gaandeweg ontstaat er een bijzondere relatie tussen gids en reiziger. Want om die relatie gaat het – dat is het hoofddoel van de
reis – al de rest is bijzaak!
Graven in de diepte en in de breedte
een cursus snellezen komt niet van pas
Wie wijsheid uit de Bijbel put, mag zich niet beperken tot het citeren van oneliners. Hij mag evenmin overhaast besluiten, want anders is de kritiek terecht, dat je met de Bijbel alles kan
bewijzen. Bijbellezen doe je dus liefst op een doordachte wijze. Je gaat dan te werk zoals een archeoloog, en graaft zowel in de diepte, als in de breedte.
Graven in de diepte houdt in dat Bijbelteksten in hun context worden gelezen. Misschien gebruik makend van meerdere vertalingen om
de nuances van een woord in de oorspronkelijke taal te vatten. Een verklarend woordenboek kan ook geen kwaad. Evenmin als inzicht in historische gegevens.
De cursus snellezen komt niet van pas want er is tijd nodig om één en ander te begrijpen. De lezer moet alles laten inwerken, en daarbij niet enkel rekenen op zijn en andermans verstand, maar ook
op Goddelijke inspiratie. Gods Geest wil hem de weg wijzen, maar dat gebeurt in een vertrouwelijk gesprek, en het vraagt tijd vooraleer iemand persoonlijke informatie prijs geeft.
Een archeoloog graaft ook in de breedte, tot alle fundamenten zijn ontbloot en hij een overzicht heeft over de ganse site. Alle vondsten worden geïnventariseerd, en dat laat toe te concluderen.
De aanvangshypotheses worden gaandeweg bevestigd of ontkracht. Historische waarheid komt zo aan het licht.
Wie de Bijbel leest, moet dus ook graven in de breedte. Begin je met de evangeliën – de woorden van Jezus – dan word je al vlug beloond met vele waardevolle vondsten. Het zijn tijdloze
aanbevelingen die bruikbaar zijn in het gewone leven en een stimulans vormen om het zoekwerk voort te zetten.
Na de evangeliën volgt een beschrijving van het leven van de eerste christenen en daarna een reeks brieven van Paulus en van de apostelen. Die geschriften bevatten een interpretatie van Jezus'
woorden, zijn kruisdood, zijn opstanding… door de getuigen van het eerste uur. Stuk voor voor stuk mensen die een zware prijs betaald hebben voor hun geloof. Geen opportunisten dus die de
boodschap verdraaien voor eigen profijt. Uit hun geschriften en levensstijl leren we hoe zij Jezus' onderwijs begrepen hebben. Wie Jezus wil verstaan, moet die teksten au sérieux nemen.
een symbolisch stripverhaal
Tijd dan, voor een terugblik naar het Oude Testament. Wat daar in het oog springt is het failliet van de idee dat het met die mens, wanneer hij wordt ingebed in een rechtsstaat, wel goed zal
komen. De juridische benadering en het moraliserend optreden laten de wortel van het kwaad onaangetast. Gij zult… en gij zult niet… biedt weliswaar een tijdelijk soelaas, maar kan de kloof tussen
God en mens niet dichten. Sterke mensen brengen het er nog redelijk goed van af, temeer wanneer zij er in slagen om de wetten naar hun hand te zetten.
Die juridische benadering kent evenwel niet veel genade en biedt geen hoop op herstel voor de mens die slecht gestart is in het leven, of die zwaar in de fout gegaan is. Die rechtsstaat
geeft evenmin het antwoord op de vraag waar die vervuilde onsterfelijke ziel – die het ultieme licht niet kan verdragen – ten lange laatste heen moet. Die oude boeken belichten zo de noodzaak van
een goddelijke verlossing die reikt tot het diepste innerlijk van de mens.
Tegelijk bevat dat Oude Testament in woord en beeld al vele indicaties over Gods idee omtrent die zo nodige bevrijding. De breed uitgebeelde joodse offerdienst is een symbolisch stripverhaal.
Johannes de Doper kende uiteraard die eredienst. Toen hij Jezus ontmoette bij de start van diens openbaar leven zag hij de link en omschreef hij Hem als volgt: "Kijk, daar is het
Offerlam van God. Hij gaat de schuld van alle mensen op Zich nemen, de schuld voor hun ongehoorzaamheid aan God." (Johannes 1:29 BB)
beschreven in drie fasen
Een lezing in de breedte toont dus hoe die kerngedachte van de verlossing van de mens door God – het unieke van het christendom – in drie fasen wordt beschreven: in een vooruitblik, in de
gebeurtenis zelf, en in het vervolg. Hoe dat gebeurt, wordt hierna beschreven.
David staat in 1000 v.Chr. doodsangsten uit wanneer anderen hem naar het leven staan. Wat hij dan in een songtekst beschrijft lijkt wel een nachtmerrie waarin de doodstrijd van Jezus beschreven
wordt.
‘‘Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten? ... Want mijn vijanden hebben mij omsingeld. ... Ze doorboren mijn handen en voeten. Al mijn botten zijn te tellen. Mijn vijanden kijken
toe en genieten van mijn pijn. Ze verdelen mijn kleren onder elkaar. Ze loten wie mijn onderkleed mag hebben." (Psalm 22: 1, 17-19 BB)
Rond 700 v.Chr. profeteert Jesaja hoe Israël bevrijd zal worden: niet door een koning met militair overwicht, wel door een "dienaar" die het zwaar te verduren krijgt en ten onder lijkt te
gaan. Ook deze woorden sluiten naadloos aan bij de lijdensweg van Jezus:
‘Wij dachten dat Hem dat allemaal overkwam omdat Hij door God werd gestraft! Maar Hij heeft ónze ziekten op zich genomen en ónze pijn weggedragen. Híj werd mishandeld vanwege ónze
ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de
zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. We dwaalden allemaal rond als schapen. We deden allemaal wat we zelf wilden. Maar de Heer heeft al ónze ongehoorzaamheid op
Hém gelegd. Hij werd mishandeld, maar Hij protesteerde niet. Hij zei niets, net als een lam dat wordt weggebracht om geslacht te worden, en net als een schaap dat wordt geschoren.’
(Jesaja 53:4-7 BB)
Dan heb je de gebeurtenis die in de vier evangeliën wordt beschreven, en waarbij enkel de naakte feiten en geen interpretatie wordt weergegeven.
Post factum kijken Paulus en de apostelen terug op wat gebeurd is, met duiding van de feiten, bijvoorbeeld door Christus te omschrijven als het Paaslam dat geofferd is.
Wie zich vragen stelt omtrent het waarom van Jezus' leven, krijgt dus informatie aangeboden uit diverse bronnen die elkaar door de eeuwen heen aanvullen en verklaren.
geen kortzichtige genadeloze toepassing
Lezing in de breedte is ook nodig wanneer het gaat om morele normen en de aangeprezen levensstijl. Op dat punt lijken de bijbelboeken soms met elkaar in strijd. Maar wie aandachtig leest, vindt
in die Bijbel – ook in het Oude Testament – openhartige kritiek op immoraliteit, op bloedvergieten en op andere wapenfeiten. De profeten klagen de formele godsdienst aan, wanneer die niet
gedragen wordt door een liefdevolle overtuiging, of niet geconcretiseerd door daden.
Verdere studie toont de principes achter de letter van de wet. Jezus komt verrassend uit de hoek wanneer farizeeërs Hem in het nauw willen drijven met gebodjes en verbodjes. Jezus ziet dan geen
tegenstrijd tussen oud en nieuw: geen jota
van de wet komt te vervallen. Toch wijst Hij een kortzichtige genadeloze toepassing van wetten van de hand, door een beroep op de achterliggende principes. De sabbat is er voor
de mens, niet omgekeerd. Jezus breekt de oude wet niet af, maar verleent hem veeleer zijn juiste en zijn volle betekenis.
één Bijbelvers bevat nog niet "de volle waarheid"
De archeologische vondsten – juiste inzichten omtrent God en mens, omtrent het leven… – zijn bouwstenen waarmee we aan het werk gaan. De inventaris van de archeoloog bevat vele vondsten, want één
Bijbelvers of één parabel bevat nog niet "de volle waarheid". Tussen de ontdekkingen vind je zachte, maar ook harde woorden. Pas wanneer alles wordt gecombineerd, kunnen we juiste conclusies
trekken. Gaan we met die bouwstenen op de juiste manier aan het werk, dan komt er een evenwichtige en gezonde groei. Mensen komen zo tot bloei.
Een leven opbouwen kan moeilijk zijn. Maar met een Bijbels fundament, goede materialen en de juiste bouwtechniek, is men al goed op weg. En die dingen vind je niet in een glossy weekblad of in
het wel en wee van een Vlaamse populaire soap. Het is niet goedkoop en vraagt een "serieuze" inspanning.
zich kritisch en tegelijk onbevangen opstellen
De archeoloog graaft niet in het wilde weg want hij heeft zijn vooronderstellingen. Maar worden die niet bevestigd, dan moet hij bereid zijn, zijn aanvangshypotheses bij te stellen of zelfs te
verlaten.
Hetzelfde geldt voor elk zoekend mens. Kan hij zich in zijn zoektocht naar de waarheid kritisch en tegelijk onbevangen opstellen? Kan hij optornen tegen het verbaal geweld van de spraakmakers in
onze cultuur, die alles wat ingaat tegen hun standpunt ridiculiseren?
Eenvoudig is dit niet want het christendom ligt in onze westerse wereld niet goed meer in de markt. Vaak was de kerk een karikatuuur waarin geen van de eerste christenen zich kon herkennen. Kan
een Belg vandaag nog die bijzondere God omarmen, ook al hebben velen dit geloof op een vreselijke manier misbruikt? Dat was in Jezus' tijd trouwens niet anders, met een begoede klasse die in naam
van Jahweh, de mensgeworden Jahweh op een gruwelijke wijze doodde.
daar is geen ontkomen aan
Onze cultuur geeft vandaag voorrang aan het Oosten: Yoga en mindfullness liggen goed in de markt en maken sinds jaren opgang. Maar misschien ontdekt de zoeker dat de oosterse
wijsheid hem niet geeft wat hij ervan verwachtte. Het is vreemd hoe men vandaag diametraal tegengestelde visies probeert te combineren. In het Boeddhisme en het Hindoeïsme wordt de mens
opgeroepen om zich te ontledigen – afstand te doen van zijn emoties, zijn denken en zijn acties... want uiteindelijk moet zijn persoonlijkheid verdwijnen in de anonimiteit van het kosmisme
"goddelijke Al". Het leven wordt beheerst door het karma, door krachten waarop je geen vat hebt: je betaalt de prijs voor wat je in een vorig leven fout deed – daar is geen ontkomen aan. Weinig
hoop dus voor wie slecht gestart is in het leven! Zich inzetten voor de medemens heeft dan ook weinig zin, en dat merk je aan de gelatenheid waarmee maatschappelijke problemen worden
geaccepteerd. Uiteraard ontmoet je daar ook mensen van goede wil, en natuurlijk kunnen we in onze gejaagde tijd wel een beetje "zen" gebruiken.
het verleden kan afgesloten worden
Hoe anders is het pleidooi van Jezus. Ook Hij vraagt in zekere zin dat we ons ontledigen. De egocentrische mens heeft geen toekomst en moet dus sterven. Maar de "vernieuwde mens" moet groeien
naar volwassenheid. We moeten onze persoonlijkheid ontplooien en ons ook inzetten voor de medemens: ‘Houd van je Heer God met je hele hart en met je hele ziel, met je hele verstand en met
alles wat je hebt.' De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee.' (Markus 12:30-31 BB)
Het leven dat de Bijbel presenteert is dus radicaal anders dan wat het Oosten leert. We nemen het op voor mensen in nood en hebben invloed op wat gebeurt. We kunnen scholen en
ziekenhuizen bouwen, zorgen voor bejaarden en psychiatrische patiënten. Het noodlot wordt buitenspel gezet en het verleden kan afgesloten worden: we ontsnappen aan het karma.
een nieuwe naam
God geeft ons weliswaar levenskracht, maar hij is geen vaatje waaruit we energie tappen. Doorheen duizenden jaren Bijbel is er een Persoon aan het werk. Een God die zich weliswaar
kwaad kan maken, maar zich veel liever samen met ons verheugt. Een God die kan aangesproken worden en die, wanneer hij wordt uitgenodigd, soms ook tussenbeide komt om het leven bij te
sturen.
Het leven eindigt straks niet in anonimiteit, want wie de weg met God bewandelt, gaat een bijzondere toekomst tegemoet, gesymboliseerd door het feit dat hij straks "een nieuwe naam"
krijgt. Hij verdwijnt dus niet, maar zal straks voluit leven!
dan komt het moeilijke moment
We veronderstellen nu dat de zoeker belangstelling krijgt voor Jezus. Maar dan komt het moeilijke moment: zal de mens die maatschappelijk succesvol is, die weg verderzetten, wanneer blijkt dat
hij concessies moet doen? "Wat heb ik eraan?", moet plaatsmaken voor "Hoe kan ik Hem en mijn medemens van dienst zijn?". Als God niet de eerste plaats krijgt, hebben we de kern van het
christendom niet begrepen. Hij is God, niet ik! En, laten we eerlijk zijn: heel vaak werd de zoektocht toch gestart vanuit egocentrische motieven. Maar we moeten het leven "verliezen" om het te vinden.
De confrontatie met het Woord kan valse religiositeit ontmaskeren. Eigen gekoesterde goedheid blijkt niet veel meer dan een laagje
vernis. Is de zoektocht een intellectuelespielerei, of
aanvaarden we de verregaande impact op het eigen leven? Durven we het dan aan om consequent te zijn, ook wanneer de conclusies van de zoektocht in eigen vlees snijden, doordat onze keuze stuit op
onbegrip in onze omgeving. Of doordat we bijvoorbeeld onze portefeuille niet langer gesloten kunnen houden. Het is dus niet alleen – zoals zo velen denken – de zwakke die God "nodig heeft". Ook
de sterke heeft Hem nodig, maar dan om een heel andere reden: hij moet leren om een toontje lager te zingen en zich niet langer te beschouwen als het middelpunt van alles.
kan de beschadigde mens het geloof opbrengen?
Natuurlijk is God er in de eerste plaats voor de kwetsbare mens die nood heeft aan bescherming, en voor de gebroken mens die nood heeft aan herstel en aan nieuwe veerkracht. Kan de beschadigde
mens wiens leven een puinhoop is, het geloof opbrengen dat God zelfs in hem geïnteresseerd is. Kan de crimineel geloven dat misdaad wel een groot stuk van dit leven, maar niet de eeuwigheid moet
hypothekeren? Durft de mens die reeds al te vaak ontgoocheld werd, Gods uitgereikte hand te schudden? Of vliegt het Boek terug de kast in, want voor mij is het te laat…
Wie een knieval doet – letterlijk of figuurlijk – kan lijken op de verloren zoon, die thuiskomt. Eindelijk thuis, niet langer op den dool! Jezus wordt erkend als dé Autoriteit. Maar natuurlijk
ook als de ultieme Vriend, en als de brug tussen sterfelijk leven en eeuwigheid. Een nieuwe wereld gaat open en een ontdekkingstocht met vernieuwde ogen en een verruimde horizon gaat van
start!
Ontelbaren zijn ons in die zoektocht voorgegaan en zijn soms, tegen alle verwachtingen in, bij Jezus terechtgekomen.
hints en schouderklopjes...
het hoofddoel van de reis
We keren nu terug op onze stappen, en zitten opnieuw midden in de zoektocht. Met Gods bijstand kunnen het intellect, het gezond verstand, de ervaring en levenswijsheid… ons een eind op weg helpen
om de Bijbelse boodschap te doorgronden.
"God kennen" reduceren tot intellectuele kennis, leidt tot verschraling, en is dus geen optie. Het is één van de manieren om de
Geest uit te doven of om God het zwijgen op te leggen.
Ook de intuïtie – vandaag plastisch uitgedrukt als het buikgevoel – moet aan bod komen. Het is een woord dat je in de Bijbel niet zal vinden, hoewel dat boek er vol van staat. Intuïtie
houdt verband met de menselijke geest – dat deel van de mens dat tijd en ruimte overstijgt, en in leven blijft wanneer het lichaam sterft. Wanneer onze geest (die een interactie kent met het
verstand en de emoties) wordt bijgestaan door Gods Geest, wordt die zoektocht doelmatiger. Maar Gods Geest treedt niet alleen
op als een privéleraar, maar vooral als een persoon die van ons houdt. Het lijkt op een ontdekkingstocht met een
gids, waarbij de reiziger niet alleen veel te weten komt over de streek, en ook zijn eigen sterktes en zwaktes leert kennen, maar waarbij er gaandeweg een bijzondere relatie ontstaat tussen gids
en reiziger. Want om die relatie gaat het – dat is het hoofddoel van de reis – al de rest is bijzaak!
een ervaring die gelovigen met wetenschappers delen
Wie de verborgen God wil kennen, kan Hem expliciet om bijstand vragen in zijn zoektocht. Op de achtergrond ervaar je dan Gods instemming of afkeuring. Dat is iets, wat je moet leren
onderscheiden. Onfeilbaar werkt dat natuurlijk niet: "Gods stem" verstaan doe je niet met je gewone zintuigen. Het vraagt oefening en je bespreekt je conclusies best ook met anderen.
Als Gods Geest instemt met de boodschap of als Hij bepaalde woorden wil accentueren omdat ze op de toehoorder toepasselijk zijn, kan dat blijken uit een sterke emotie. Dat kan blijdschap zijn,
maar ook een droefheid die verband houdt met schuldbesef.
Soms is er een Aha-Erlebnis – een ervaring die gelovigen met wetenschappers delen – wanneer plots een nieuw inzicht ontstaat. Het is een gevoel van herkenning dat gepaard gaat met diepe
voldoening. Vaak is het een sluimerend inzicht: een waarheid die men ergens wel aanvoelde, maar niet onder woorden kon brengen, wordt nu geëxpliciteerd en dat maakt een mens sterker en brengt een
nieuwe dynamiek op gang.
Als spreker mag je daarin delen. Wanneer je het publiek in 't oog houdt zie je zo'n ervaring geboren worden: instemmend geknik en een blije verwondering geven aan dat waarheid wordt ontdekt en
warm onthaald. Voor de spreker zijn dat visuele ankerplaatsen, waar hij graag naar terugkeert, en die hem bemoedigen om door te gaan.
dat soort zoeken naar geluk
Graven in de diepte en graven in de breedte is iets anders dan de Bijbel openslaan op een willekeurige bladzijde en zich laten leiden door de tekst die dan in het oog springt. Wie durft echter
ontkennen dat schijnbaar toevallige gebeurtenissen soms verbazend kunnen aanspreken? Veel meer soms, dan wat systematisch en weloverwogen is. Misschien houdt dat de erkenning in dat de mens
meer is dan verstand, en dat hij vaak het leven niet beheerst. Velen hebben van die ervaringen, waarin ze Gods hand erkennen: een wonderlijke samenloop van omstandigheden of een gelukkig toeval,
dat zich herhaalt. Het tegendeel dus van "door het noodlot achtervolgd te worden".
Wat we lezen, wat iemand zegt, een ontmoeting, een onvoorziene gebeurtenis… kan een schouderklopje zijn dat ons bevestigt in onze overtuiging, of opnieuw een hint die wijst in dezelfde richting.
Of een waarschuwing: de weg waarop we gaan lijkt wel versperd en nieuwe deuren gaan open.
God kan ons via een passage uit de Bijbel los van de context, via één of andere uitspraak van een derde, via een vreemde samenloop van omstandigheden… iets duidelijk maken.
De wereld rondom ons is goed op weg om het irrationele een ereplaats te geven in het dagelijkse leven: bijgeloof alom. Wijst dit er op dat de mens het in zich heeft om zich door God te laten
leiden? Maar wanneer Hij niet wordt (h)erkend, wordt die plaats ingenomen door de Lotto, door sterrenbeelden en occulte prullaria, als bedrieglijke wegwijzers naar geluk.
zo'n ervaring lijkt wel een knipoogje :-)
Wijzen we principieel zo'n toevallige indicaties beter af? Niet afwijzen, wel hun juiste plaats geven. Het mag niet ingaan tegen de conclusies van het graafwerk in de diepte en graven in de
breedte. Zo'n ervaring is eerder een knipoogje :-). Een teken van aandacht en belangstelling van hierboven, waaruit een zekere goedkeuring of vriendschap blijkt. Een knipoogje kan veel betekenen,
maar het heeft slechts een relatieve waarde en is geen onderwijs. We mogen er dus niet te veel belang aan hechten. Onze emoties kunnen ons trouwens parten spelen… in de ene of in de andere zin.
Proberen we onszelf gerust te stellen? Zijn we te gevoelig en beschuldigen we onszelf? Misschien maken we onszelf iets wijs!
Dergelijke knipoogjes zijn hoe dan ook slechts een stukje van een puzzel. Ze krijgen maar betekenis wanneer we meerdere stukjes hebben gevonden die bij elkaar passen. Zo'n vingerwijzingen moeten
bevestigd worden door herhaling… door andere woorden, door omstandigheden die mee of tegen zitten. Er moet een rode draad doorheen lopen. We laten er dus best wat tijd over heen gaan om te
zien of de tendens bevestigd wordt en de puzzel zo wordt aangevuld. En bovenal, ze moeten passen in het objectieve kader dat God ons heeft aangereikt, want "er staat geschreven...".
Een derde heeft er waarschijnlijk niets aan, want zo'n ervaringen zijn erg subjectief en ze behoren dus tot de persoonlijke levenssfeer. Wanneer die belevenis toch wordt doorverteld, gebeurt dat
dus best met een zekere terughoudendheid.
het overkomt je
Schouderklopjes ontvangen mag, maar het is niet iets dat je gaat zoeken. Het overkomt je. Wie God wil leren kennen graaft dus met zijn verstand. Zonder evenwel de emoties en de intuïtie af te
sluiten. Zo blijven we tijdens dat leerproces ontvankelijk voor de persoonlijke assistentie van de Leraar, die niet alleen het verstand wil voeden, maar vooral ook gericht is op onze primaire
nood geliefd te worden.