Waarom zijn we zo kwistig met al die wensen?

Goeie morgen!

Goeiemorgen!

Tot  circa 10 uur in de voormiddag spreken we elkaar aan met de woorden Goeiemorgen! Iets later wordt het Goeiedag en 's middags volgt dan Smakelijk Eten.  Bij de vrijdagnamiddag hoort Prettig Weekend en bij pot en pint Santé. Eenmaal per jaar klinkt Gelukkige Verjaardag... Zo kan je eindeloos doorgaan, want wensen en felicitaties horen bij elk aspect van het leven. Dat gebruik lijkt wel ingebakken in onze genen. 


Waarom zijn we zo kwistig met al die wensen? Veelal is het niet veel meer dan een beleefdheidsformule. Maar vaak is het een blijk van vriendelijkheid en een uitdrukking van de hoop dat het iemand goed zal gaan... en ook het geloof in de kracht van positieve woorden. Maar misschien zit er nog meer achter, en dat zoeken we hierna uit. 


een interventie op verzoek

Wie gelovig is kan aan die wensen meer diepgang geven wanneer hij God erbij betrekt. Hij omschrijft zijn gelukwensen dan met het werkwoord zegenen. 


Zegenen gebeurt heel bewust op bijzondere momenten, zoals ter gelegenheid van een huwelijk. Wie het trouwpaar feliciteert, beseft natuurlijk wel zijn onmacht om al die mooie woorden waar te maken, want vaak kan hij niet of nauwelijks bijdragen aan de realisatie ervan. Maar wie die woorden uitspreekt vanuit een verbondenheid met God, geeft zijn gelukwensen extra gewicht, omdat hij God vraagt die mooie woorden waar te maken. Door de zegen die hij uitspreekt draagt hij zijn steentje bij aan het geluk van het huwelijkspaar.


Die overtuiging is gebaseerd op de wetenschap dat God weliswaar werkzaam is, maar dat Hij de menselijke vrijheid hoog acht en dus vooral op vraag tussenbeide komt. Die interventie op verzoek moet nader worden toegelicht want de Bijbel volgt - anders dan wat we nu in het westen gewoon zijn - niet zozeer individualistisch benadering van het leven. Anders gezegd: God wil uitgenodigd worden, maar Hij geeft ook gehoor aan de invitatie die niet uitgaat van de persoon in kwestie. Je kan iets vragen voor jezelf, maar je kan het ook doen voor je buurman. Onlogisch is dat niet want we zijn sociale wezens en ons leven is nauw verbonden met het leven van onze familieleden, onze collega's, onze buren... en met de beslissingen van onze werkgever en van onze politici. 

God wil uitgenodigd worden
God wil uitgenodigd worden

geluk of tegenslag

Veel in het leven hangt natuurlijk af van onze eigen inzet en hoe we met elkaar en met andere mensen omgaan. Maar daarnaast is er geluk of tegenslag, en meestal een combinatie van die twee. Er is veel waar we geen greep op hebben, en dat door het toeval lijkt bepaald te worden.


Wanneer we vragen dat God iemand helpt of zegent, vragen we twee dingen. Ten eerste vragen we dat Hij de persoon in kwestie helpt om correcte inzichten te hebben en een juiste levensstijl. We vragen ook levenskracht en de moed om eerlijk te zijn, zelfs wanneer dat veel zou kosten. We vragen dat mensen die te vaak het hoge woord voeren een toontje lager zullen zingen, want ook wie sterk is, kan Gods hulp best gebruiken. God is er niet alleen voor wie zwak of kwetsbaar is, zoals vaak beweerd wordt. 


Ten tweede vragen we dat God de toevalsfactor verkleint. We vragen dat Hij ervoor zorgt dat vraag en aanbod elkaar ontmoeten, zodat de persoon die we gezegend hebben mensen mag ontmoeten die zijn leven rijker maken en dat hij zelf op zijn beurt anderen kan helpen. Want wie dat doet, wordt zelf ook gelukkig. 


We vragen om bescherming tegen ziekte en tegenslag. Natuurlijk blijft niemand gespaard van problemen. Maar wie God uitnodigt, volhardt in zijn vraag en consequent is in zijn handelen, ziet vaak merkwaardige resultaten die het gelukkige toeval overtreffen. Bovendien hebben pijn en moeilijkheden dan een andere uitwerking: ze resulteren in begrip en medeleven in plaats van bitterheid. 


In feite heeft onze zegen een veel rijkere inhoud. Want die twee vragen - de vraag om iemand te helpen en om zijn leven bij te sturen - zijn ondergeschikt aan onze wens dat die persoon zelf ook God mag leren kennen, en bewust mee mag werken aan zijn Project. Al het andere is bijzaak. 

we vragen dat God de toevalsfactor verkleint
we vragen dat God de toevalsfactor verkleint

de moeder van alle zegen

Het thema zegenen krijgt meer diepgang wanneer we de analogie herkennen tussen Gods handelen en het onze - tussen zijn zegen en de onze.  Om dat toe te lichten gaan we naar de eerste hoofdstukken van het boek Genesis. Want daar vinden we de grote principes omtrent veel levensvragen - ook over de wijze waarop God tussenbeide komt in deze wereld, en hoe wij daarop kunnen inspelen. 


Genesis beschrijft hoe God eerst het decor schept, vervolgens het meubilair installeert en tenslotte de actoren neerzet. Dat alles gebeurt met opeenvolgende bevelen, waarvan het eerste luidt "Er moet licht zijn!". Wanneer alles in gereedheid is, geeft Hij het startsein. Dat gebeurt opnieuw met krachtige woorden, die we kunnen omschrijven als de moeder aller zegen. Met de woorden  "Wees vruchtbaar en word talrijk" wenst Hij zijn schepping succes toe. Zegenen en vruchtdragen lijken in Genesis wel synoniemen. En dat blijkt ook uit bárakh - het Hebreeuwse woord voor zegenen, dat ook verdubbelen, sterk vermeerderen of vermenigvuldigen betekent. 


Tot wat die zegen in staat is, zien we in de natuur. En vandaag zien we dat oneindig - dat mag je letterlijk nemen - veel beter dan in de oudheid. Want zonder microscoop en telescoop, zonder computer en allerlei meetapparatuur...  was de verwondering beperkt tot wat de zintuigen vertelden. God was de god van de natuurkrachten en al het microscopisch kleine en het megagrote was ongekend. 


Het boek Genesis maakt duidelijk dat Gods zegen geen vaarwel is, maar dat Hij geïnteresseerd blijft in het verdere verloop. Hij blijft aanwezig om de groei te ondersteunen en in goede banen te leiden en wil mee genieten van de vruchten. De schepping is slechts het vertrekpunt, elders aangeduid met de letter alfa.


Het scenario is uitgeschreven en de eerste episode is gestart. God volgt alles op en zal doorheen de geschiedenis verder blijven spreken. De oorspronkelijke gigantische scheppingswoorden worden gevolgd door ontelbaar veel discretere scheppingswoorden, want er is schepping na de schepping. Dat blijft zo duren tot de letter omega bereikt is, en dan begint een nieuwe episode die Jezus omschrijft met de woorden:  "Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is." (Matteüs 25:34 NBV). 

Genesis beschrijft hoe God eerst het decor schept
Genesis beschrijft hoe God eerst het decor schept

niet zomaar een klank, maar een Persoon

Het Nieuwe Testament geeft ons bij monde van Johannes dieper inzicht: het scheppend Woord is niet zomaar een klank vol energie, maar het is een codenaam voor een historische Goddelijke Persoon, die 2000 jaar geleden de menselijke pasvorm aannam en sindsdien Jezus wordt genoemd. "Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is er niets ontstaan. In het Woord was leven, en dat leven was het licht voor de mensen." (Johannes 1:3 - 4 GNB)

 

Johannes woordgebruik spreekt al boekdelen, want Woord houdt in dat God zijn gedachten niet verborgen houdt, maar wil delen met de mens. Hij die 2000 jaar geleden met eenvoudige bevelen wonderen bewerkte, is het gespierde Woord dat in lang vervlogen tijden materie tot stand bracht, vorm gaf en leven inblies. Het Woord dat ook vandaag nog doorzindert, is tevens een energiebron die niet alleen creëert, maar ook verder stroom levert om alles wat ontstaan is, te behouden. De brief aan de Hebreeën beschrijft dat treffend:  "Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen, en Hij houdt alles in stand door Zijn machtig woord." (Hebreeën 1:3 WV)

een energiebron die ook verder stroom levert
een energiebron die ook verder stroom levert

een echo van Gods initiële zegen

God wil dat alles groeit en bloeit. Hij spreekt daartoe voortdurend zegenwensen of scheppingswoorden uit en Hij vraagt ons om hetzelfde te doen.  Omdat we op God gelijken, imiteren we Hem, bewust of onbewust. We wensen anderen en onszelf geluk toe, en spreken zo een zegen of scheppingwoordjes uit. De bescheidenheid gebiedt ons een verkleinwoord te gebruiken, want het contrast tussen de uitwerking van onze woorden en die van God, blijft uiteraard enorm. 

 

We zegenen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, maar de gelovige ziet de link met de moeder van alle zegen. Zijn zegen is afgeleid van die oorspronkelijke zegen en beoogt de verwezenlijking van Gods Project - door Jezus omschreven als het Koninkrijk van God. Aangezien zegenen een manier van bidden is, wordt het scheppingsverhaal zo de eerste les in gebed,  lang voordat Jezus zijn discipelen leerde hoe te bidden.

 

We zoemen nu in op een traditionele zegen: het gebed voor het eten. Wie zegt "Vader, zegen deze maaltijd" kijkt naar omhoog én naar wat op tafel staat. Zijn woorden zijn een echo van Gods initiële zegen "Wees vruchtbaar". De gastheer wenst zijn gasten en zichzelf gezondheid en levenskracht toe. Hij hoopt dat elkeen straks zal kunnen zeggen dat het gesmaakt heeft - een beetje zoals God zag dat het goed was. 

 

Hij spreekt die zegen uit in de wetenschap dat God aan de oorsprong ligt van alles. Hij beseft dat het leven een cadeau is van de Vader en hij drukt daarvoor zijn dank uit. Zijn zegen is dus vooral een compliment en houdt in dat hij beseft te leven bij de gratie Gods, en dankbaar deel uitmaakt van zijn Levenswerk.

Vader, zegen deze maaltijd
Vader, zegen deze maaltijd

wie slechts het broodje ziet, mist de pointe

De zegen over het dagelijks brood kan inderdaad slechts begrepen worden wanneer dat broodje wordt geplaatst in een ruimer kader. Want het is niet God die de broodjes bakt. Die zegen is dus geen bedankje voor een specifieke handeling. Dat brood verenigt de arbeid van boer, molenaar, transporteur, bakker en verko(o)p(st)er… en van nog vele anderen. Dus, waarom danken we dan God?

 

We danken Hem voor het decor, het meubilair en de actoren! Voor de start in lang vervlogen tijden en voor de verdere zorg die een synoniem is voor Zijn zegen. We danken voor de vruchtbare bodem, het zonlicht en de regen. Voor de groeikracht van de zaadjes en voor het gistingsproces. En voor het samengaan van de talenten van zoveel mensen. We danken Hem dus voor zijn Project, dat Hij van op het achterplan verder onderhoudt. Die eenvoudige zegen bij de maaltijd is dus veel meer dan een dankwoord voor het voedsel. Wie slechts het broodje ziet, mist de pointe.

 

Het gebed van weleer 'Heer, zegen ons en ook deze spijzen, die uw milde hand ons geeft. Door Christus onze Heer. Amen' was inhoudelijk zeer rijk. Dank zij het broodje zien we nu het verschil tussen een zegen en een 'gewoon' gebed. De zegen betreft het kader en de grondslag van elk ander gebed.

het samengaan van de talenten van zoveel mensen
het samengaan van de talenten van zoveel mensen

de zegen laat beide partijen vrij

De zegen is meestal algemeen geformuleerd en laat zo beide partijen - God en de medemens voor wie we bidden - vrij. We kunnen er dus niet verkeerd mee doen. We erkennen dat het antwoord niet hoeft overeen te stemmen met onze voorkeur: God beantwoordt onze vraag zoals Hij wil. We proberen Hem dus niet te overtuigen, maar we geven Hem carte blanche. Vaak weten we trouwens niet wat we moeten vragen.


Ook die medemens gaat trouwens zijn eigen weg, maakt misschien foute keuzes en betaalt dan leergeld. Plan A maakt plaats voor plan B of C. Door de algemene bewoordingen blijft onze zegen, ook wanneer het leven anders verloopt, verder toepasselijk. Misschien krijgt ons gebed nu een ander oogmerk: het verlangen naar de terugkeer van de verloren zoon.


Wie zegent betreedt met zijn woordkeuze meestal de platgetreden paden. Dat klinkt conservatief, maar zo'n pad loopt beter, en vermindert de kans op verloren lopen. We kiezen voor formules die door de eeuwen heen hun deugdelijkheid hebben bewezen. We doen aan plagiaat want we gebruiken niet, zoals in een gewoon gebed, onze eigen woorden. We nemen afstand van onze subjectiviteit: wat we vragen staat los van onze persoonlijke inzichten en wensen. Niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde! We weten niet wat de toekomst te bieden heeft en het is dus veiliger algemeen te blijven.


Die algemene formulering heeft dus als voordeel dat ook wie onvoldoende op de hoogte is van het wel en wee van het lijdend voorwerp van de zegen, zijn steentje kan bijdragen aan Gods Project. Want je weet soms niet wat te denken over bepaalde situaties en je bent niet altijd zeker van iemands goede trouw. Je houdt je dan beter op de vlakte. Maar wie wél goed geïnformeerd is, zal natuurlijk verder gaan dan een algemene zegen en ook bidden voor specifieke noden.

we geven hem carte blanche
we geven hem carte blanche

zij getuigt van een historisch perspectief

De zegen getuigt van een historisch perspectief: we zien Gods werking zowel bij de oorsprong van het leven, als in het hier en nu en zelfs in de verre toekomst.


Dat zie je bij de huwelijkszegen. We weten niet wat het paar te wachten staat, maar vragen dat God dit persoonlijke project wil opvolgen en inpassen in zijn allesomvattend Project. Wie als ouder een zegen uitspreekt over zijn kind, beseft maar al te goed dat hij geen greep heeft op de toekomst. Hij weet wellicht niet wat hij moet vragen, maar beveelt zijn kind bij God aan in de verwachting dat die alles in goede banen leidt. Wie het huis zegent dat hij binnenkomt, heeft wellicht geen weet van het lief en leed van zijn bewoners. Maar hij drukt door zijn zegen het vertrouwen uit dat God ook dit gezin betrekt in Zijn plannen, voor zover de bewoners zich daar in kunnen vinden en bereid zijn mee te werken. 


Wie over zijn stad of land een zegen uitspreekt, weet dat de zaken er niet goed voor staan wanneer God wordt buitengesloten en de cultuur God noch gebod vreest. Zijn zegen is een vraag om vergiffenis voor het manifeste en het verborgen kwaad, beseffend dat mensen niet alleen elkaar kwetsen, maar vooral ook God. De zegen is ook een vraag om herstel: meer waarheid en liefde, meer rechtvaardigheid en aandacht voor de mens in nood, meer contact met de Liefdevolle, die mensen de kracht geeft om ten goede te veranderen! Een land waarin niet gezegend wordt, maakt God klein, verdringt zijn aanwezigheid en schept een leegte die niet te vullen is met amusement - een leegte die aantrekkelijk is voor slechte geesten die een volk van binnenuit ruineren.

Door de zegen van oprechte mensen komt een stad tot bloei, de uitspraken van goddelozen zijn haar ondergang. (Spreuken 11:11 NBV)

we vragen dat God dit persoonlijk project wil opvolgen
we vragen dat God dit persoonlijk project wil opvolgen

waar was God toen dit gebeurde?

De meeste mensen hebben over God een verkeerd idee. Zij weten dat Hij volgens de traditie liefdevol, alomtegenwoordig en almachtig zou zijn en concluderen daaruit dat Hij in situaties van onschuldig lijden toch wel schromelijk tekort schiet. Maar onderzoeken we best niet eerst onszelf? Gebruiken we onze vrijheid niet om Hem uit te sluiten in plaats van uit te nodigen? Overtreden we niet zowat elk gebod, op zowat elk domein. Onze cultuur flirt met 50 tinten grijs, met geweld en horror. We willen niet dat Hij aanwezig is! Eerst houden we God op afstand en dan verwijten we Hem dat Hij er niet was om te verhinderen dat het fout ging. 


Ook hier geldt dat een louter individualistische benadering van de schuldvraag niet strookt met het echte leven. De mens is geen einzelgänger, hij is een sociaal wezen met de voor- en nadelen vandien.  Wanneer een maatschappij God en diens waarden verjaagt, dan is Hij weg, en ook mensen van goede wil zullen dat merken. Hij is niet meer present in het politiek bedrijf, in de handel, in de rechtspraak. Hij is niet op de school, op de arbeidsplaats, in het bejaardentehuis... Of toch wel: Hij komt als toeschouwer of als een bezoeker die een individu bemoedigt en helpt. In een cultuur die van God vervreemd is, betaalt iedereen de prijs. Ook wie oprecht is, deelt in de klappen... 


Vandaar de boodschap van Jeremia voor zijn gedeporteerde landgenoten: "Zet je in voor de welvaart van de stad waarheen ik je als ballingen heb gebracht. Bid tot mij voor de stad, want als het de stad goed gaat, zal het jullie goed gaan." (Jeremia 29:7 GNB). Ook al zijn wij niet ontheemd, onze situatie is niet zo verschillend. Willen we ingaan op die vraag om gebed en inzet? Want net als in Genesis vraagt God telkens opnieuw aan de mens die zich voor Hem wegstopt: "Waar ben je?" en Hij doet dat uiteraard omdat Hij hem wil helpen. 

gebruiken we onze vrijheid om Hem uit te sluiten?
gebruiken we onze vrijheid om Hem uit te sluiten?

een levend laboratorium

Het zegenen van een natie heeft in het Oude Testament vaak betrekking op het Joodse volk.  Waarom ligt de focus op dat ene volk?  Respecteeert God dan niet het gelijkheidsbeginsel?  

 

God moet ergens beginnen... en Hij begon bij dat onbeduidend volkje zonder cultuur en zonder macht. "Het is niet omdat u talrijker was dan de andere volken dat Hij u lief kreeg en uitkoos – u was het kleinste van allemaal!" (Deutronomium 7: 7 NBV)

 

Die keuze van plaats of volk is tot op vandaag erg controversieel, maar zou de kritiek niet veel luider klinken wanneer Hij een machtige natie had uitgekozen? De bedoeling was trouwens niet het toekennen van allerlei privileges, zoals een potentaat zijn eigen stam bevoordeelt. Niet één volk, dat zich verrijkt ten koste van alle anderen. Neen, God wou in een figuurlijke woestijn een oase creëren waar het goed leven is. Een levend laboratorium met een wetgeving die circa 34 eeuwen later de belangrijkste inspiratiebron zou worden voor 'de universele verklaring van de rechten van de mens' (zie: De tien geboden anno nu, André Chouraqui, Meulenhoff). Want Hij wil dat zijn initiatief iedereen ten goede komt.

 

God wou uiteraard meer doen dan alleen maar wetten opstellen, en zeggen hoe het moet. Tweeduizend jaar geleden bezocht de  Schepper de mensenwereld via Jezus – een nazaat van dat nomadenvolkje. Zo iemand op bezoek krijgen is een unieke zegen, want God horen spreken in het echt, en letterlijk de hand schudden, is een uniek voorrecht! Maar dat alles lijkt uit te lopen op een fiasco en elders wordt uitgelegd hoe die vloek toch weer werd omgevormd tot zegen.

 

God wou dat die zegen voor het Joodse volk werd uitgebreid tot alle volken. Een aanwijzing in die zin vinden we in de buitensporig grote bijdrage aan de wetenschap van Joodse geleerden, zoals blijkt uit het boventallig aantal Nobelprijzen. De zegen over Abraham bevatte trouwens een perspectief reikend tot in de verre toekomst: "... Abraham zal zeker tot een groot en machtig volk worden, en alle volken van de aarde zullen in hem gezegend worden." (Genesis 18:17-18 HSV)

een levend laboratorium
een levend laboratorium

we halen God uit de taboesfeer

Jezus vergelijkt zijn volgelingen met zout in een gerecht, en met verlichting in het donker. 

"U bent als zout voor de wereld. Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe moet je het dan smaak geven? Waar is het dan nog goed voor, behalve om weggegooid en door de mensen vertrapt te worden? U bent het licht van de wereld, een stad op een berg kan iedereen zien. Men steekt immers geen lamp aan om er vervolgens een emmer overheen te zetten? Die lamp moet toch op een standaard staan en licht geven voor iedereen in huis? Laat daarom ook uw licht voor alle mensen schijnen. Als zij dan de goede dingen zien die u doet, zullen zij uw hemelse Vader eren." (Mattheüs 5:13-16 HTB)

 

We kunnen bijdragen aan een gezond geestelijk klimaat door ons taalgebruik, onze levensstijl en inzet, door hetgeen we schrijven en niet schrijven op de sociale media... Maar we kunnen de cultuur ook zegenen, en zo ruimte scheppen voor God om tussenbeide te komen. Een schietgebed haalt hier in regel niet veel uit: God handelt meestal via projecten die voorbereiding, uitwerking en nazorg vragen. We moeten ons dus op consequente en volgehouden wijze inzetten voor de goede zaak. 

 

De zegen die we uitspreken drukt de hoop uit dat er meer rechtvaardigheid zal zijn en eerlijkheid, meer vrijgevigheid, vriendelijkheid en levensvreugde, meer schuldbesef en bereidheid om wat fout is goed te maken en te veranderen van levensstijl... We verlangen naar betere huwelijken en betere relaties tussen ouders en kinderen. Minder vervuiling in de media en in het straatbeeld. Minder criminaliteit en druggebruik, minder armoede en depressie...

 

We halen God uit de taboesfeer en maken Hem groter in onze maatschappij. Dat is de betekenis van de woorden "Geheiligd zij Uw naam. Uw Rijk kome" in het Onze Vader. Natuurlijk kan een enkeling het tij niet keren. De tijd en de geesten moeten rijp zijn voor zo'n cultuuromslag. Maar toch kunnen we het verschil uitmaken binnen een kleinere actieradius, als licht en zout in onze familie, onze buurt of werkkring...

zout in een gerecht, en verlichting in het donker
zout in een gerecht, en verlichting in het donker

die symboliek is tegelijk ook hoopvol

Maar waarom koos Jahweh nu net dat Joodse volk met dat fel bevochten stukje land? Hij had het toch kunnen weten! Wel, laten we eerlijk wezen: had God gekozen voor bijvoorbeeld Ethiopië, dan lag nu Addis Abeba onder vuur. De geschiedenis had er dan helemaal anders uitgezien, en toch ook helemaal hetzelfde, want het is niet toevallig dat het brandpunt van de actualiteit nu samenvalt met dat ene volkje.


Gods doel met het Joodse volk werd tot op heden niet bereikt en dat heeft vele oorzaken. Vooreerst lijkt dat volk op elk ander volk. Voorts zijn de problemen deels veroorzaakt door een historische vijandschap of onverschilligheid van het christelijke westen. God wordt ook expliciet tegengewerkt want er is een irrationele eeuwenlange haat tegenover het volk waarmee God van start gegaan is. De zegen wordt tegengewerkt door eindeloos veel vloeken. Dit alles maakt deel uit - zoals Paulus ergens schrijft - van de pijnlijke barensweeën. Die symboliek van een aanstaande geboorte is tegelijk ook hoopvol want ze wijst op een tijdperk waarin de zegen over het Joodse volk, en bij uitbreiding over de ganse wereld, wordt vervuld.  Gods Project is gerealiseerd en het Onze Vader-gebed maakt plaats voor dankbetuiging.