Een onvoorstelbare verkleining

(5) De aard en de intensiteit van Gods aanwezigheid


Wat weten we nog meer over de omgeving van die kist,  en over de kist zelf?  De ark moest geplaatst worden in het tweede gedeelte van de tabernakel - een demonteerbaar gebouwtje dat leek op een tent, maar ook op een prefab. Dat tweede gedeelte van dat heiligdom noemen we het allerheiligste.

 

Die mobiele tempel bevatte mooie voorwerpen en prachtig versierde gordijnen, maar daar was niet veel van te zien want rondom was een afsluiting van meer dan 2 m hoog. Ook was de toegang tot dat terrein, en zeker tot die tent, streng gereglementeerd: enkel Mozes en de priesters mochten de tent betreden, maar dan met aangepaste kledij en een duidelijk omschreven opdracht. Buiten was er een wasbassin en een offerplaats voor dieren, binnen een kandelaar die altijd licht gaf, een wierookaltaar en een tafel met broden. En slechts eenmaal per jaar mocht de hogepriester komen tot bij die kist, nadat die gehuld was in een rookgordijn van wierook. 

tabernakel, tent

 

 

Bovendien mochten alleen de Levieten hun tenten opslaan in de buurt van de tabernakel. Andere Israëlieten woonden op een veilige afstand.  Ze zagen in de verte een omheining met ’s nachts een vurig licht, en overdag een wolk die niet door zon en wind verdreven werd. Dat vormde het bewijs dat God echt wel aanwezig was achter die omheining. Maar de wolk en het licht deden ook dienst als GPS en straatverlichting. Wanneer de wolk verschoof, moesten de Israëlieten opbreken en verder trekken, de wolk achterna. En dat gebeurde tijdens die 40 jaar waarin ze als nomaden leefden, meer dan 40 keer.

 

Maar is Gods fysieke aanwezigheid bij die kist in een of andere vorm, wel verenigbaar met het feit dat Hij geest is, en alomtegenwoordig? Hoe zit het met zijn aanwezigheid bij die kist?  

 

De aard en de intensiteit van Gods aanwezigheid is niet altijd gelijk, en God stelt zich niet overal bereikbaar op. “Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden” zegt Jezus. 

Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.

 

 

Maar zo’n soort tegenwoordigheid, die we in onze tijd ook kennen, is natuurlijk helemaal anders dan wat de Israëlieten mochten ervaren. Of de discipelen, toen ze Hem drie jaar lang omringden, of toen ze Hem na zijn verrijzenis zagen in zijn nieuwsoortig lichaam, en Hem ook konden aanraken.  

En dan hebben we de kerk van Laodicea, beschreven in het boek Openbaring. Hoewel die christenen formeel bijeen kwamen in Jezus’ naam, was Hij blijkbaar niet aanwezig, want Hij klopt aan de deur met de vraag om binnengelaten te worden. 

 

De aard en de intensiteit van Gods aanwezigheid is dus niet altijd gelijk. Je kan dat illustreren door een vergelijking met de weerman Frank Deboosere. Thuis op de radio kunnen we Frank horen, en wanneer we de tv opzetten zullen we hem ook zien. Als hij op een evenement aanwezig is, kunnen we hem de hand schudden. Maar zijn echtgenote deelt met hem de woning, en ook zijn gedachten en emoties. In al die situaties is Frank aanwezig, maar telkens op een andere manier. 

Frank Deboosere, Gods aanwezigheid

 

 

De weerman leert ons dat aanwezigheid geen eenduidig begrip is. Het feit dat God een ontoegankelijk licht bewoont, hoeft dus niet in strijd te zijn met zijn verblijf bij de Israëlieten, en evenmin met wat Hij later aan Jesaja zegt: “De hemel is Mijn troon, de aarde Mijn voetenbank. Waar zouden jullie een huis voor Mij kunnen bouwen?” (Jesaja 66:1). 

 

Hier bij die kist was God heel intens aanwezig.  Hoe dat in elkaar zat, kunnen we niet uitleggen. Maar Gods kracht, zijn glorie, heerlijkheid of majesteit komen hier tot uiting. De rabbijnen noemen dat de Shekinah.  Die aanwezigheid was zo intens dat het gevaarlijk was om dichtbij te komen. De gelovige Israëliet besefte dat maar al te goed want profeten die een godsontmoeting hadden, waren er telkens weer verwonderd over dat ze die confrontatie hadden overleefd. 

 

De kist was het enige voorwerp in het allerheiligste - het besloten gedeelte van de tent. Andere volken in het Midden Oosten hadden ook heiligdommen, en soms ook draagbare schrijnen. Maar die waren gebouwd rond een afgodsbeeld. Hier is dat niet zo. Want God kan en mag niet worden uitgebeeld. Hij heeft een zitplaats - een troon - maar die lijkt leeg te zijn! Toch hangt er hoogspanning in de lucht, en is God soms hoorbaar. 

Gods troon